HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 37° en Aleida Roelofsen zien heel goed. We kunnen dat gebouw niet voorbij gaan of we denken met een opwelling van lachlust aan de uiteenloopende be stemmingen en als gevolg daarvan, de vele gedaantever wisselingen, die in de weinige jaren van zijn bestaan zijn deel waren. Ik zie den toenmaligen burgemeester Patijn de overdekte markt”, in 1884 gebouwd, nog openen, met een mooie improvisatie de jonggeborene doopend; een bloemrijke improvisatie, waarin hij in den nauwen toegang en de zich daarachter steeds verwijdende ruimte een beeld zag der toekomst. Het begin der nieuwe onderneming mocht moeilijk zijn en haar weg eng, in de toekomst zou die weg zich verbreeden tot een wijd, gemakkelijk begaanbaar pad. We zagen er de koopvrouwtjes met groenten en gevogelte werkelijk een tijdlang markt houden en wij gingen er heen minder uit kooplust dan wel uit nieuwsgierigheid. Een oogenblik meenden wij werkelijk, dat Den Haag een „overdekte” markt bezat; maar wij hadden hierbij geen rekening gehouden met de overdekte” koppigheid van het Hollandsche boerenras, dat schijnbaar toegeeft, maar ten slotte de traditie hooger stelt dan alle nieuwigheden, welke het onmeedoogend schipbreuk laat lijden op zijn stoeren kop. En zoo zagen wij dan de markt, onze trots, langzaam maar zeker verdwijnen en wij waren weer genoodzaakt onze groenten te koopen in de open lucht. Na veel lotswisselingen werd de voormalige markt in 1889 tot „Casino” verbouwd. Dat was een idee Den Haag had behoefte aan een nieuwen schouwburg. Neen, daar moet nu niet om gelachen worden; dat was heusch zoo gering niet. Hier heb ik toch Royaards debuteeren in Nora; en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 412