UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN. 35 H. Brugmans. vervulling van de voorwaarde mogelijk, maar toch niet zeker was. (N°' LXXII). Ons laatste stuk eindelijk is een verklaring van Cornelia Heusee en Suzanna Lottinghs, die op verzoek van Reijnier Biette den 27 Mei 1664 getuigen, „dat omtrent twee jaeren geleden, sonder in den precijsen tijtt gehouden te wesen, ten huijse van voornoemde eerste comparante gelogeert is geweest Monsieur Geringh, Duyts edelrr an, ende dat denselven eenigh goudt sijnde ontstolen, wilde hebben een waerseghster.” Hij heeft toen dan ook ontvangen „seeckere vrouwspersoone, wesende althans huijsvrouwe van Bene dicts van Lingen, copster, wonende ’s Heeren Middelgraght alhier”. Deze vrouw nu „heeft gewaerseght ende haer voor een waerseghster uijtgegeven.” (N°. LXXIII). Maar wat er verder is geschied, dat meldt helaas! de geschiedenis niet. Met deze achtenswaardige dame eindigen wij de bonte reeks van diverse personagiën, waermede de notarieële protocollen ons kennis deden maken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 42