EEN HAAGSCH DROST.
392
dienaren zich zouden gereed houden aan het Dorre Kaytje
om daar gerequireerd te kunnen worden tot het verleenen
van assistentie.
Geertruida Blom de moeder van Clara, speelde trots hare
72 jaren een niet onbelangrijken rol in de klucht. Niet alleen
werkte zij mede aan de voorbereiding der ondernemingen,
maar zij fungeerde ook als postillon d’amour, door de invitatie
briefjes van haar dochter ter bestemde plaatse te bezorgen.
De drost had zich ook nog de medewerking verzekerd van
eene zekere vrouw Louvet, die hare woning beschikbaar had
gesteld voor de samenkomsten van verliefde paartjes.
Vrouw Blom maakten te samen met vrouw Louvet de
noodige aanstalten om een aanslag te doen op de beurzen
van den pachter Brekelenkamp en van den brander van
Genderen.
Gemeenlijk werd op het juiste oogenblik een der kinderen
van vrouw Louvet naar den schout gezonden om hem te
waarschuwen, dat het tijd voor hem was om ten tooneele te
verschijnen.
Te voren was reeds alles nauwkeurig tusschen den ambte
naar der justitie en de vrouwen afgesproken en geregeld.
Was de drost met een dienaar voor het huis verschenen,
dan wachtte hij het sein om binnen te treden. Geertruid gaf
dan door het laten vallen harer muilen en door het verschui
ven der gordijntjes het teeken dat de strenge vertegenwoor
diger van het beleedigde recht zijn intree moest doen, om van
den kleinmoedigen zondaar, een zoenoffer in klinkende specie
of in den vorm eener geteekende betalingsbelofte te eischen.
De aanslag op den brander van Genderen bracht volgens
den drost 300 guldens, doch volgens andere verklaringen,
het dubbele van dit bedrag op.
Clara en Louvet kregen voor hun aandeel elk eerst 25
gulden en naderhand elk nog eens 17‘/o gulden.
Was het resultaat bevredigend en had de gehuwde guit