4°3 h Hij hield daar verblijf van Nov. 1722—Nov. 1725. Douglas eveneens onder curateele worden gesteld. Abraham was een vrij gedegenereerd sujet, die niet geheel en al toerekenbaar schijnt geweest te zijn. Hij was aan „Wijntje en Trijntje” verslaafd en had zich zóódanig in schulden gestoken, dat het Hof in 1728 orde op zijn zaken had moeten stellen. Abraham was toen reeds een gehuwd ■man, want 8 October 1724 was hij te Rotterdam x) met een van zijn vriendinnetjes Johanna Christina van Amelonse in den echt getreden. Een zoon, Abraham Albertus Theo doras, die zij hem vóór het huwelijk had geschonken, was toen door hem geëcht. Dit huwelijk was niet naar den zin geweest van zijn schoonzuster Sara Luyken, want zoolang hij ongetrouwd bleef, was hij de rijke erfoom voor haar kinderen, en zij had zich reeds allerlei plannen voor de toekomst gemaakt. Maar een wissel op een erfenis is al even onzeker als een aandeel in een Ameri- kaansche spoor- of petroleum-maatschappij. De fortuin scheen haar evenwel gunstig, want het jeugdige neefje, die al haar plannen in duigen had doen vallen, verhuisde naar betere gewesten. Sara wreef zich vergenoegd de handjes, de aandeelen in de erfenis waren op eenmaal geducht gestegen, maar haar vreugde was niet blijvendwant twee-en-een halfjaar later vernam zij de mare dat Johanna opnieuw een baby verwachtte. Sara hield zich poeslief en toen de tijd naderde noodigde zij haar schoonzuster uit om bij haar die blijde gebeurtenis te komen afwachten. Johanna, die haar in ’t vizier had, vond dit niet raadzaam, en vertrok naar Amsterdam, waar Abraham destijds in de Munnikkestraat woonde en waar haar 30 Augustus 1727 een meisje geboren werd; 5 September in de Oude Kerk gedoopt als Judith Johanna Sophia. Op eenmaal EEN GEDEGENEREERDE FAMILIE DOUGLAS-LUYKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 445