4°S
EEN GEDEGENEREERDE FAMILIE DOUGLAS-LUYKEN.
daarvoor onbewust het middel aan de hand gedaan. Hij
had n.l. bij zich aan huis genomen het zoontje van zijn
ongehuwde schoonzuster Maria van Amelonse, genaamd
Pietje, tot wien hij zich bizonder aangetrokken scheen
te gevoelen. Sara stelde zich nu door bemiddeling van haar
knecht en meid met verschillende vrouwen in betrekking,
waarvan de eene als min, de andere als dienstbode bij
haar zwager in betrekking waren geweest, terwijl anderen
met hem in intieme relatie hadden gestaan of door derden
wel eens over zijn huishouden hadden hooren spreken.
Zij trachtte van hen op sluwe wijze de verklaring uit te
lokken dat hij de vader van Pietje zou zijn, en dat hij
dus met zijn schoonzuster bloedschande zou hebben ge
pleegd. Ingeval deze beschuldiging nog niet voldoende
mocht worden geacht, kocht zij bovendien nog enkele
van deze sujetten om, om een verklaring te teekenen
dat zijn dochtertje Judith een ondergeschoven kind zou
zijn, dat Johanna van een appel- of knollenvrouw zou
hebben gekocht. Zij liet deze eenvoudige menschen,
waarvan er enkele onschuldig invlogen, bij zich aan huis
komen, onthaalde hen op een kopje thee of koffie en
trachtte ze dan de verklaring te suggereeren, die zij
noodig had. Dan trok zij met haar slachtoffers naar haar
vader Mr. Daniel Luyken, die op de Veerkade woonde,
en die een voorloopige verklaring opstelde. Ten slotte
werd notaris Cornells Knol met getuigen ontboden, die de
acte opmaakte, waarvan de comparanten in den regel de
ware beteekenis niet begrepen, maar die zij onder den
indruk van de omgeving en met goed vertrouwen op
Mevr. Douglas-Luyken, met hun naam onderteekenden.
Op deze wijze had zij 53 verklaringen bijeen weten te
krijgen van 43 verschillende personen, daar enkelen
meer dan éen verklaring hadden geteekend.
Hiermede gewapend diende Sara bij den Baljuw van