EEN GEDEGENEREERDE FAMILIE DOUGLAS-LUYKEN. 410 en quaataardige gesteltenisse sijns naturels niet anders dan fatale en doodelycke gevolgen te dugte waren”. Het Hof verleende hiertoe bij acte van 5 Februari 1734 toestemming. Hij verbleef daar van 1734—1737 en van 1.753—!762. Geertruid Moutschop overleed 8 Augustus 1755 aaneen beroerte; haar echtgenoot Mr. Daniel Luyken was haar op 14 Juni 1740 voorgegaan 1). Het huishouden van Mr. Jan Abel Douglas werd in middels waargenomen door zijn schoonzuster Rachel Luyken, die eerst met Mr. Jan Adriaen Tubalkeijn, secretaris van ’t Hof en daarna met Samuel Hoogenboom, penningmeester ter griffie van den Hove tot curatoren over hem en zijn minderjarige kinderen was benoemd. Tante Rachel had geen gemakkelijke taak, want haar beide neefjes Abraham en Frans waren niet bijzonder volgzaam. Deze laatste was daarom al naar een kostschool te Dordrecht gestuurd, maar ook daar had men geen leiding aan zijn onstuimig karakter kunnen geven. Hij scheen den aard van zijn oom te hebben, en toen hij weer thuis was, maakte hij groote schulden en pleegde allerlei buiten sporigheden. In 1740 had men getracht hem met een zoet lijntje naar Engeland te krijgen, maar hij had niet gewild. Eindelijk maakte hij het zoo bont, dat het Hof besloot hem tijdelijk in een verbeterhuis te plaatsen, maar Frans wilde zich niet van zijn vrijheid laten berooven en was er van door gegaan naar Kleef. In April van het volgend jaar stond hij ineens weer voor de deur. Het bleek al spoedig dat er evenmin met hem huis te houden was als voorheen, zoodat tante Rachel en de penningmeester Hoogenboom, tegen wien hij op de meest ongepaste wijze optrad, opnieuw de hulp van het Zijn lijk werd naar Amsterdam vervoerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 452