EEN HEETHOOFDIG ACTEUR.
419
Bougre.
dat La Pierre „een nieuwen bal” opnam „leggende daar
voor een oude in de plaets” zeide Beaumont „dat is een
aardige greep” welke woorden door Johannes Gaijner
in het Fransch herhaald werden met de woorden: „c’est
une bonne prise!”
De Franschman werd woedend, begon met Gaijner
uit te schelden, gaf hem een stomp op de borst, „ruckende
stracx zijnen degen uijt” zeggende „boeggre, wat wilt gij
daervan hebben?” Gaijner antwoordde dood kalm: „niet met
allen.” Dit scheen hem echter volstrekt niet te bevredigen,
want de Franschman op hem aankomende, begon nog
harder te schelden en zeide„je te donneraij l’epée a
travers du vèntre;” „ende furieuselijck op hem aencomende,
gaf hem een steeck door de mouw, alsoock hem in de
sijde quetsende.”
Gaijner was toen wel genoodzaakt om zijn degen te
trekken, ten einde „sijn lijff te defendeeren”, en dooi
den verwoeden tooneelspeler tegen de planken schutting
van de Maliebaan gedrongen zijnde, heeft hij dezen twee
a driemaal „onder den degen gehad” hem echter „telckens
verschoonende” daar hij hem niet wilde „quetsen”.
Daar geen van de jongelieden een degen bij zich had,
nam Govert van Beaumont een „malie”, sloeg daarmede
tusschen de degens en trachtte den Franschman weg te
trekken, hem van „achteren grijpende”, om zoodoende de
vechtenden te scheiden.
Deze stak daarop, woedend, tusschen de beenen door
naar Beaumont, om ook dezen te „quetsen”.
Vijf of zes Franschen kwamen toen met getrokken
degens aangeloopen, schreeuwende, „tue le, tue le,” die,
nadat een hunner Beaumont met het plat zijner kling
uit den weg had geslagen, te zamen op Gaijner aanvielen,