H.
469
199
Cornelis).
82
233
38
383
140
95
1 De uitgave van een) 22
Haen. (Cristianus). goutslager 55
174
Greij. (G.)
Groen. (J. M. Coop a)
Groen van Prinsterer. (Mr.)
Groen van Prinsterer. (Dr.
Petrus Jacobus) 246, 251 en 255
Groenevelt. (Pieter van), no
taris 68, 69 en 70
Groenewegen. (Pieter van), no
taris 37, 42, 43, 58, 59, 71, 75,
77» 89, 91, 93, 94, 100, 112,
113, 115, 116, 117. 119,120, en 121
Groot Keizershof. (Het) 336 e.v.
Groote posten van de Sociëteit 284
Groote posten van Den Haag 282
Guissen. (Hendrik), ambtenaar 223
Guldemont. (Joost), „commis
saris van ’t cleijn zegel” 50
Gunsaulus. (Dr.), uit Chicago 332
Gustaaf III, koning van Zweden 330
Gutterswijk, ijker286
Gijsele. (Jan Leendertsz van)
9, 45, 46
Gijselaar. (Jhr. Hendrik de) 252, 256
Haaff. (Gerart Cornelis ten),
controleur van de venduën.
233 en 235 I Hansen. (A.)
bladz.
Haagen. (Philippus Carolus).
224, 229 en 234
Haagsch Drost. (Een). 385 e.v.
Haagsche Courant. (Contract
over het drukken van de),
in 1662
Haagsche hotels308
Haagsche hotels in 1900. 384
Haagsche logementen in
1833
Haak. (Joh. Gerardus van der),
notaris341
Haak. (Van der)286
Haarlem. (De vleeschhal te) 140
Haarlem. (Het logement der
afgevaardigden van Gouda
en) 342
Haarlem. (Ontwerp van uitleg
voor de stad). 177 en 178
Haarlem. (Het oude-mannen-
huis te)
Haechs herberg (’s)
„Flaegse Courante” in 1662.
<De uitgave van een)
I' -
Haen. (De), schilder
Haer. (Mr. Bonifacius van der)
245. 246, 248, 251, 253 en 257
Hage. (Mr. Joh.) 302 en 304
Hagha. (Graaf de)330
Hailing, il.)339
Hals. (Dirck)139
Hals. (Frans), schilder 139 en 145
Halstraat24 en 87
Hamel. (Mr. Dirck), advocaat
voor het Hof van Holland.
78 en 79
Hanau. (Het Hof van), loge
ment 326 en 327
Handel. (Jean Paul) 331 en 383
Hanneman. (Adriaen), schilder
174 en 175
Hannot. (Michiel) te Leiden 192
Hannover. (De hertog van). 418
Hans Hieronimuss, „wapen-
maecker” te Utrecht. 76 en 77
286
bladz.
Graeff. (Herman van de), clerck 121
Graeff. (Sophia de)388
Graftombe van M. H. Tromp
te Delft
Gram. (Johannes
med. doctor
Gravenbrock [Gravenbroeck].
(Mathijs Dircksen van), „man-
demaecker”
Gravensande. (Arent Arendsz.
van ’s) 149
„Gravensteen” te Leiden, (’s) 199
Gravesant. (Jasper Janszoon
van ’s)92
Gravesteijn. (Willem van), procu
reur voorhet Hof van Holland 103
Gravezant. (Arent), te Leiden 183
Gravius. (Sibrant).cleermaecker 44
Grebber. (Pieter de), schilder 164
283 en 285
305
181