Pieter Claessen van Rijck.
54
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
Fol. 216.
Mathias Noosemans.
Henrick Ferijn.
Protocol van notaris A. van der Drift.
sullen doen omme de voorss. Noosemans in alles te onder-
wijsen ende leeren, gelijck de voorss. Vereijn mede belooft
geduijrende den voorss. tijt, den voorn, Nooselman van alles
te versorgen soo van cost, dranck, wassen, wringen ende slapen,
ende in goede discipeline houden, gelijck men schuldich is te
doen, sonder dat de voorss. Mathijs Nooseman yet daervooren
aen hem Vereijn sail betalen. Sijnde voorts conditie dat oft
gebeurde, dat Godt verhoeden will, dat de voorss. Johannis
Nooseman geduijrende den voorss. tijt van ses jaren van sijn
voorss. meester quame wech te loopen, dat in sulcken gevalle
de voorss. Mathijs Nooseman belooft heeft, gelijk hij doet bij
desen aen den voorss Heijndrick Vereijn te betalen de somme
van 150 Car. guld., ende dat sonder eenige contradictie ofte
tegenseggen, hoedanich d’ selve soude mogen wesen. Ende off
middelertijt mede den voorss. Johannis Noosemans sieckelike
quame te werden, sail hij Vereijn soo ’t noodich bevonden
wert den voorn. Johannis Nooseman vermogen tot sijn vader
thuijs te seijnden ende geduijrende den tijt van de sieckte,
weder nae de ses jaren moeten gaen ende werken. Des sail
de voorss. Johannis Nooseman vermoogen alle jaers zes dagen
aen den anderen op de kermis tot sijn voorss. vader mogen
reijsen ende aldaer blijven, ende soo hij langer allen jaeren
als ses dagen mochte uijtblijven, soo sal hij deze voorss. langer
uijtblijvende dagen, moeten mede naer de voorss. ses jaren
gaen ende bij zijn meester wercken. Ende off den voorss.
Johannis Nooseman sijn voorss. meester yet quame te ontdragen
ofte denige ontrouwelicheijt dede, daer vooren belooft hij Mathijs
Nooseman in te staen ende responderen. Onder verbant van
heure respective persoonen ende goederen roerende ende
onroerende, hebbende ende vercrijgende, d’ selve onderwerpende
allen rechten ende rechteren. Consenterende sij comparanten
hier van gemaeckt ende gelevert te werden een ofte meer
actens in gewoonlicke forma.
Aldus gedaen ende gepasseert in ’s Gravenhage ten huijse
van voorss. Vereijn, ter presentie van Jan Middellant ende
Pieter van Rijck, beijde silversmits-knechts alhier als getuijgen
hiertoe versocht.
Jan Middelant.