HAAGSCHE OPSTOOTJES IN DEN PATRIOTTENTIJD.
97
wordt dan ook n November door een zeker mijnheer
Trouwhert in zijn eigen nummer eens een douche toe
gediend, waarin deze zeide dat Gosse te veel eer deed
aan het geschrijf van dergelijke couranten.
Zou het nu waarlijk een toevallige coïncidentie zijn,
dat de Prins in zijn verhaal van het gebeurde op St. Nicolaas-
avond aan de Staten van Holland juist hetzelfde beweert
als Gosse een maand vroeger deed en zou het niet voor
de hand liggen aan te nemen dat Willem V ook hier het
slachtoffer geweest is van al te vurige aanhangers en
verkeerde inlichtingen?
Pleit in ieder geval deze overeenkomst er voor, dat er
samenhang tusschen beide uitingen moet geweest zijn, er
is nog een andere aanwijzing, die ik reeds genoemd
heb, welke deze veronderstelling versterkt en wel deze,
dat in het verslag in Gosse’s courant uitdrukkelijk wordt
beweerd, dat hijzelf van dat rondgaan met het adres niets
afwist. Waarom die verontschuldiging uit den mond van
een vurig aanhanger van Oranje? zij is zoo veelzeggend,
dat de historicus moeilijk anders kan dan de waarheid
ervan in twijfel trekken.
Het gebeurde op den St. Nicolaasavond heeft naar buiten
veel grooter gerucht gemaakt dan eigenlijk in Holland
zelf. Dit is begrijpelijk, waar men in dien tijd nog zoo
verbazend slecht werd ingelicht door partijdige couranten
en vliegende blaadjes en telegraaf noch correspondentie-
bureauxzich belastten met het verzenden van meer betrouw
bare berichten. In de landprovinciën deed dit den Prins
zeker geen goed, terwijl het in Holland geen verandering
bracht. Integendeel, zoo ergens dan gold hierwie te
veel wil bewijzen, bewijst niets. De gebrekkige marine-
prestaties konden niet door volksadressen worden wegge-
praat, worden weggejoeld.
Één ding blijft toch in hooge mate merkwaardig, en
7