HAAGSCHE OPSTOOTJES IN DEN PATRIOTTENTIJD. 102 militaire macht de orde handhaven en de vrijschutters beschermen. Ook hier in den Haag gaf het oprichten van zoo’n patriotsch wapencorps aanleiding tot ongeregeldheden. Het heeft hier maar niet willen vlotten, hoezeer de Hollandsche regenten het ook met leede oogen aanzagen. Zij, die in de vergadering met hun besluiten dag aan dag den Prins meer vernederden en te lijf gingen, leefden zelf toch nog altijd in de vrees, ook door geweld van wapenen het te moeten afleggen. Nu kon' men wel iets geruster zijn dan de regenten van 1618 en 1649 daar de Prins niet meer alleen de vrije beschikking had over de militaire macht, maar de gewapende troepen ook den eed aan de gewesten moesten afleggen. Doch als de sol daten nu eens voor de keuze tusschen de beide meesters gezet werden, dan denk ik toch wel, dat de Heeren Staten er het slechts afgekomen zouden zijn. Vandaar, dat de Hollandsche regenten van alle zijden die pogingen tot oprichten der vrijcorpsen steunden en trachtten te bevorderen, maar met geen ander gevolg, dan dat overal contra-manifestaties verrezen, en hier in den Haag tegenover het zwakke patriotsche corps een veel krachtiger Oranje-vrijcorps ontstond. Trouwens, hoe meer de regenten, de anti-stadhouderlijke partij, Willem V ver nederden, des te openlijker kwam men in Rotterdam vooral en den Haag, straks ook de Bijltjes in Amsterdam voor Oranjegezindheid uit. Dit is de reden geweest, dat de jaren 1785’86 over het algemeen nogal roerig zijn geweest, hetgeen door het hieraan voorafgegane verklaard wordt. Dat de anti-stadhouderlijke regenten in Holland de baas hebben kunnen blijven, lag natuurlijk daaraan, dat zij de politie en justitie te hunnen dienste hadden en dus daarmee hun politieke positie konden beschermen, waarvan zij dan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 111