IO5 HAAGSCI-IE OPSTOOTJES IN DEN PATRIOTTENTIJD. trokken, voordat dus de militie van den Prins hen nog had moeten helpen, geeft wel eenigszins te denken. Bovendien werd het verhaal verspreid, dat de pensiona rissen De Gijzelaar en Van Berckel dien dag op een pleiziertochtje uit waren en men bleek zoo bezorgd voor hen te zijn, dat de heeren en dames bij de aanlegplaats door een patrouille werden opgewacht en thuisgebracht. Het mocht het Hof echter niet gelukken een enkel complot te ontdekken, hoewel er ernstig werk van werd gemaakt en de Prins vol ijver versterkte patrouilles liet rondgaan. Dit opstootje was de voorbereiding van een comedie, die zich in de Staten moest afspelen, want den 8sten Sep tember werd door Zeebergh van Haarlem een streng onderzoek geëischt in zake het voorgevallene, en werd aan Gecommitteerden opgedragen den kapitein van de wacht‘het bevel te geven, dat er sterk gepatrouilleerd en toegezien moest worden. En nu kreeg men het conflict ten principale. De kapitein deelde deze order natuurlijk aan den Prins mee. Onder wien stond nu de militie van den Staat, aan wien moest zij gehoorzamen, aan den Prins of den regenten. Oogen- blikkelijk verschijnt de Prins in de vergadering. Hij deelt daar mede, dat dezelfde orders reeds door hem gegeven waren, maar dat hij krachtens zijn goed recht het geven van orders aan zijne ondergeschikten in eigen handen wil hebben. Nog dien avond wordt een buitengewone ver gadering der Staten belegd, waar de Prins zijn zaak bepleitte. Het is alles vergeefs. De resolutie werd door de Staten gehandhaafd. De militairen, die krachtens hun eed ook aan de Staten van Holland verbonden waren, krijgen allerlei orders buiten den kapitein-generaal, den Prins, om. Den Prins was deze gang van zaken zoo onverdraaglijk, dat hij den isden daarop de stad verliet, gekrenkt door

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 114