it WW I 16 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGUE, IN DE XIVDE EEUW. van van het jaar 1391 en voorts van 1397 tot 1400. i van het jaar 1399. Dat tijdvak, zette zich op het treurigst in, want het werd feitelijk geopend door den „Zwarten Dood”. Eene vreeselijke pestziekte scheen om streeks het jaar 1347 uit China naar Engeland en vandaar naar het vasteland van Europa te zijn overgewaaid, en de mare van de aan komst van dien menschvernielenden bezoeker, ging dan ook weken lang en honderde mijlen ver, overal schrikaanbrengend, hem reeds vooruit. En toen die mare aanhield en De bode uit een h.s. beslister werd en die bezoeker reeds dichter der xi\de eeuw, ]jegOn komen, sloten de steden haar poorten, de bruggen werden opgehaald, de wacht posten betrokken, de markten gesloten en alle handel gestaakt. Geen vreemdeling werd nu meer ingelaten, tenzij hij zijn herkomst uit eene onbesmette streek op ’t duide lijkst kon bewijzen, en, kon hij zulks niet en sloop hij onvoorziens binnen, dan werd hij op staanden voet gedood en begraven. Feitelijk verkeerden die steden met haar geheele beschrijven, is het wenscMelijk in het kort het betrokken tijdvak, de tweede helft der XlVde eeuw, en den Vorst, wien het geldt, Hertog Aelbrecht van Beijeren, even in te leiden. De cameraars-rekeningen van Deventer van 13371360 zijn nog in 't Latijn geschreven. Die van Arnhem eveneens van 1353 tot 1379. Die van Middelburg van het jaar 1365 af. Die van Utrecht van het jaar 1380. Die van Nijmegen van het jaar 1380. Die van het dorp Goes over het jaar 1384, over het jaar 1389 en over 1396/7. Die van Leiden van het jaar 1391. Die van Sluis j Die van ’s Hertogenbosch

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 126