HET GRAFEUJKLEVENINDIEHAGHE,INDEXIVnEEEUW. 121
aftebreken en deze binnen bepaalden tijd door steenen
huizen te vervangen i).
Er was dus in die tweede helft der XlVde eeuw volop
angst en onzekerheid, volop ontwrichting, volop strijd,
1) „De stad Groningen bepaalde in haar stadboeck (welk boek
grootendeels eene herhaling is van een ouder) Lib. VII. C.V.
Van tijmeren mit stene ofte mit leme”. „Soe wie tijmeren wil
bynnen Groninghe enigherhande tijmer, groet of clene, bi der
straten oft achter sijn huus, op sijn selves erve, of op ghebuerden
erve, de sal tijmere mit stene of mit leme en deckent mit stene
oft mit leme 'bi vijf marken to broke èn bi den tijmer af to
breken bijnen achte daghe na den daghe dat et he van den
rade gheboden is”.
„Karei de V gaf der regeeringe van Amstelredam inhetjaar
1521, de macht om de rijcke ende machtighe poorters ende
inwoonders heurer stede te noodzaken, om hunne houten
huizen aftebreeken en door steenen huizen te vervangen; en
om den onvermogenden daertoe de behulpzaame hand te bieden,
dientengevolge kregen in 1536 eenige bewoners der oude-
en nieuwe brug-stegen bevel, om de houten wanden hunner
huizen in steenen te veranderen”. Aldus J. Wagenaer in zijne
beschrijving dier stad. Deel I, bladz. 41.
Aan Jt verbod om houten huizen te mogen bouwen en aan
’t bevel de bestaande houten door steenen huizen te moeten
vervangen, was echter reeds jaren vroeger voorafgegaan het
verbod van stroo- en rietdaken te maken en het bevel de nog
bestaande in hard dak, in pannendaken te veranderen.
In Kampen vinden wij dat verbod reeds ten jare 1320, terwijl
die stad terzelfdertijd aan een ieder, die binnen de stadsmuren
zijn huis met pannen wilde dekken, twee gulden per 1000 pannen
(dat is ongeveer ]/3 der kosten) tegemoetkoming toezei.
De stad Utrecht bepaalde in haar keur van het jaar 1368.
dat men voor elk roede leien dak drie schilden en voor elke
1000 tegelen elf schillingen ondersteuning zou ontvangen, zoo
men daarmede zijn huis of schuur ging dekken, terwijl haar
raad in 1402 verordende, dat: „So wie zijn stroedack afbreken
wil, men hem teghelen geven zei om nyet. Desgelijck die
ny we huse tijmmeren willen, die selmen diergeliken die teghelen
daartoe geven om nijet”.