HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. 123
steden, plaats vond, beloofde hij plechtig „elcken man, den
armen, als den riken,recht ende vonnisse, redene endebesceet
bestuur waarnemen, doch zooals bekend is, lag hij met haar
voortdurend overhoop.
In 1366 (25 Juni) laat hij door het gerecht te Bergen in Hene
gouwen den Heer van Enghien, een der voornaamste edellieden
van Henegouwen, ter dood veroordeelen, hetgeen hem een
oorlog met diens verwanten berokkende. Tot rust van de ziele
van den vermoorde sticht hij 31 December 1367 in de Hofkapel
een Kapittel van 12 Kanunniken met een Deken „om te meerren
den dienst ons Heeren in aflate onser sonden ende in meer-
ringhe der salicheden onser zielen, ende alle dergheene, daer wi
afghecomen zijn, of daer ons goed of heerlicheit ofaengecomenis'’.
In 1371 (21 Januari) stierf Machteld, de vrouwe van Voorne
terwijl Aelbrecht heer werd van’t Land van Voorne en van den
Brielle
In 1372 noemt hij zich in verschillende stukken reeds Graaf.
In 1377 (10 Juni) lieten Albrecht en zijne gemalin een testa
ment opmaken, ten behoeve hunner kinderen. Het origineel,
geschreven in de Fransche taal, bestaat niet meer, wel eene
daarvan op 16 Maart 1393 genomene copie, die in het Rijks-
archief berust. F. van Mieris heeft deze copie opgenomen in
zijn charterboek, deel III, bladz. 332.
In 1386 (26Febr.) stierf zijne gemalin Margaretha, die hem 7 kin
deren naliet.
In 1387 is er in de Grafelijke rekeningen reeds sprake van
Joncfrouwe Aleijd van Poelgeest, die op 30 Dec. 1392 naar
huis gaande, op het Buitenhof te’s Gravenhage, werd vermoord.
In 1389 (15 Maart) stierf Willem V, waarop Aelbrecht als
Graaf werd gehuldigd.
In 1394 (April) huwde Aelbrecht opnieuw en nu met Marga
retha van Cleve, welk huwelijk zonder kinderen bleef.
In 1397 (22 Dec.) stierf Guij van Blois, Heer van Schoonhoven
en ter Goude, Tessel en van der Tolne (Tholen), zonder wettige
kinderen na te laten en stelde Allbrecht zich in het bezit van
diens steden en landen.
„In ’t jaer ons Heren MCIIII ende vier, XVI dag in
December, op een Dinxdach voernoen in die dagheraet, doe starf
Hertog Aelbrecht, Grave van Holland, in den Hage en wert be
graven in de Capelle Bid voer zijn ziel” (aldus ’t eerste
verhuurboek van de stad van der Goude).