HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. 125
rl Deze mededeelingen zijn ontleend aan de rekening der
„coste-foreijne”, geboekt door Jannes Tolnaar. klerk van Heer
Jan van Blois.
aan „sijnen lieve neve, Jan van Blois, Heer van ter Goude
en Scoenhoven, van der Tolne (Tholen) en van Beaumont
(in Henegouwen)”, het beleid van ’s lands zaken overlatende,
waarvoor deze door zijn persoonlijkheid en door het aanzien
dat hij genoot, inderdaad ook de meest geschikte man was.
In 1364 ging zelfs het gerucht, dat Aelbrecht voor
nemens was aan Koning Eduard III van Engeland (gehuwd
met Philippa dochter van Graaf Willem III van Holland)
zijn rechten op Holland, Zeeland, Henegouwen te ver-
koopen; een gerucht, dat zoodanig'opzien en verontwaar
diging wekte, dat hij van uit Beijeren een bode zond aan
Jan van Blois te Schoonhoven: Seamier op de Kersdach
t’ Scoenhoven tot mijns Here bevelen, want hi brieven bro.cht e
„van Hertoghe Aelbrecht ut Beijeren, roerende sijn onscout
„van den woerden, die hem overghesprenghet waren, alse
„van dat hi den Conine van Enghelant sijn rechte an de
„drie lande vereoepen soude en andere sake” welken
bode werd gegeven 58 s. 4 d.
Den volgenden dag reeds deed de Heer van Blois dit door
boden in Holland en Zeeland alom bekend maken: „Item
„des anderen daghe na Kersdach ghesent Lambrecht den
„seoemaker van Scoenhoven te Zierikzee waert, mit mijns
„Here brieven an Reijngher Willemans’z., den rentmeester
„van Zeelant, roerende Hertoghen Aelbrecht’s onscout van
„den saken voirscr. en dat hi in Zeeland voert cundighde,
„hadde 20 s.”
„Item deszelvs daghe, twe boden die mijns here brieven
„droeghen an die Heren van Brederode en van Egmonde
„die steden van Delf, Leijden en Haerlem, roerende die
„voirscr. saken”