128 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW.
de zinspreuken van W. v. Hildegaersberch.
Ontleend aan
vrouwe ende haar huldiging doet als een Vogtvrouwe.”
ende op Dertien dag 1403 werd Margaretha als Vrouwe
van Schoonhoven plegtig gehuld en in 1408 gaf zij op St.
Pieter en Paulus die van Schoonhoven ’t recht, tot alle
poorten de gemeene wegen met steenen te mogen straten.
Die bron toch, de rekeningen van het Grafelijke huis,
zwijgt niet alleen over alles, wat geen uitgave vorderde,
maar geeft bovendien het eene jaar oneindig veel minder
als het andere. Was de meester-klerk met het bijhouden
der rekeningen van de cost van mins heren herberghe
belast, een zeer precies en nauwgezet man, die gaarne en
gemakkelijk schreef, er prijs op stellend om eiken post,
hoe klein ook, zóó zakelijk en zóó duidelijk mogelijk toe
te lichten, dan vinden wij deze van dag tot dag alle
uitvoerig beschreven, en met naam en toenaam de per
sonen vermeld aan wie, en waartoe of waarvoor en op
wiens last of bevel, de uitgave was gedaan. Dit was toen
te meer noodig, omdat slechts enkelen konden schrijven
en hun naam zetten, zoodat men geene kwitantiën ten
„Wij wenschen ons des outmans daghen
Wanneert dan comt, ist ons een claghen”
Na aldus op ’t kortst het betrokken tijdvak en den
betrokken Vorst te hebben ingeleid, kan ik verder gaan,
en zal nu mijn onderwerp, het Grafelijk leven dier dagen,
duidelijkheidshalve splitsen in onderdeden, elk voor zich
een kleinen kijk op en in dat leven gevend, en te zamen,
dat leven zóóveel toelichtend, en verduidelijkend tevens,
als de hoogst eigenaardige, echt huishoudelijke bron, waar
aan ik de gegevens ontleen, zulks toelaat.