176 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW.
dat si die sael ghemaect wouden hebben, die bedorven
was”, en waarin datzelfde jaar dan ook belangrijke her
stellingen werden uitgevoerd.
In 1376 werd bij de groote trappe vóór die sale het over
dekte poirtael gemaect en in 1397 door meijster Engebrecht
de maetseler ut haerlem hare XHIde eeuwsche echt karakteris
tieke baksteenen veijnstren door nuwe in Drakenvelts stene
vervangen, waarbij zij uitwendig iets van haar vroeger zóó
typisch eenvoudig en rustig karakter verloor.
Gewoon weg tot vóór- en verzamel-hal en slechts bij
groote feesten, op doop- en huwelijks-dagen en bij steekspelen
tot feestzaal dienend, had zij weinig meubels, althans de
rekeningen noemen er weinige. Bij den groote dubbelen
scoerstien stond de hoghe tafel, waaraan blijkbaar min
here met zijn voornaamste gasten was gezeten en boven
welke tafel daarom nog een lakens cleet was gespannen
aan de groote tafel zat het gevolg, aan eene andere de
pipers of speellieden op de daarneven staande vaste ban eken,
zooals er meerdere langs de wanden waren aangebracht.
Verschillende lichtkronen voor waskaarsen hingen aan
kettingen of an een reep aan de bekapping, althans er is sprake
van een hoirne die an iserwerek hing, van nuwe pijpen an die
croen, van een nuwe croijn, door Ghijsbrecht den spoermaker
in die zale gehanghen en driewerf verhanghen, en op een
solrekeijn neven den schouw stond die uijr-clocke en
daaronder hingen twee scadeborde.
Was er feest, dan werd het ondergedéelte der wanden
met tapijten behangen, en behalve de tapijten onder de
tafels liggende, de vloer gedeeltelijk daarmede belegd,
en naast de beide kleine aanrecht-kamers of tredsoeren,
waarin de spijzen en dranken in grooten voorraad gereed
stonden, in de zaal scraag-tafels gezet, vol scottelen, plat-
ielen, kannen, bekers, scencpotten en vlesken; en, ging
men na den maaltijd dansen, dan werden behalve de hoghe