I 82 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW.
nog meerdere vischsoorten in de Grafelijke keuken-rekenin-
gen zullen voorkomen, geven de opgegevene meest voor
komende soorten toch een voldoend overzicht over de
groote verscheidenheid vischgerechten aan ’s Graven tafel.
Het gevogelte en wild, dat ter tafel kwam, bestond
(altijd volgens de rekeningen) uit wilt beer, caninen uter -
boemgaert ende uten dunen, cappoenen, duven, eent-
voghelle, fixanen, ghanse, henne of hoenre, herten zoo
versch als ghesouten, hinde ende cleijn hindekiin, meppen,
wilden osse, pawen, putoijrs, ree, reijghers uten reijghers-
bossche, snijpe, vincke, alrehande voghele, zwane, wilt
zwine, enz. enz. Vaak ook is er enkel sprake van ghe
souten wiltbraet of van alrehande ghesodens en ontbreekt
elke nadere aanduiding.
De groenten en vruchten in de eigen coeltuun en boem
gaert gekweekt, worden, als zijnde niet aangekocht, niet
in de rekeningen vermeld; welke onderscheidene kool
soorten dus die eigen coeltuun opleverde voor ’s Graven
tafel blijkt niet, evenmin als welk froeijt; wel komt de
wijngaert, die gesnoeid, geleid, aangebonden en gemist
moest worden, bij herhaling, in de rekeningen voor, die
voorts spreken van aankoop vanboenen, braetperen,
erweten en witte erweten, van gord, van meeis of van
bloem, van moes, van haveren mouts en tarwens mouts,
van peterselie, een enkele maal ook van eenige ponden
rijs, en voorts van loec, ajune of juins, van mostaert bij
volle stoepen, van zibol, enz. enz.
De tafelvruchten die genoemd worden, zijnamandelen
en langhe amandelen, appelen per stic vaak ghecoft en ap
pelen van grenaten, besien, corstanghen (kastanjes), dadelen,
fresen, alrehande froeijts of een coppel froeijts, haselnote,
kersen (door de vrouwe van Gelre bij corven vol mire
vrouwe geschenct), morellen, noten, peren bij mande ut
Bruecel versonden, perseken, prumen, rosinen van corinten