HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. 183 in corven of tonnekens, pot vighen, sepze en andere vij- ghen, wijndruven bij manden vol aangekocht, enz. enz. Buitendien kende en had men nog allerlei kruiden, zoo earner- als coken-crude, zoowel potten ghesoden cruijts als gheconfijt en tal van fijne confectijen en specerijen, welke, als zijnde vrij kostbaar, dan ook in eene afzonderlijke cruij- den-camere werden bewaard en afgesloten. In die cruidenkamer op ’t Hof vinden wij meerendeels in slechts kleine voorraden aanwezig alven in vaten, amedons, alkenaets, anijs confïjts, baleijns, caneelnoten en pijpcaneels, alrehande confiture in potten, compots bij stoepen, cassoens, ceduwaw en cubeben, foelge of foelie, galentine en gelije, gengeber (gember) zoowel geconfijt in potten als de groene of ongeconfijte in tonnekens, ghalighaens in potten, greijnen en greijne paradis, honinx bij volle stoepen, medecruijs in tonnekens, lenements, muscaten en notemuskate, naghe- len en soute naghelen, paste le Roij, peets in vaten, pe- nijden, peps (peper), pignaets of pingelaets in bossen, sluijc, alrehande specie van den specier ut Delft, soffraens in potten, sukers van den apteker ut Delft, zoowel sukers Babilone als sukkerbroet, zoowel meelsukers als brode bruexsukers, grover tragijen, venizoens bij vaten en andere dinghen. Verder vond men nog in den spijskelder: stoepen roems, bottren of bootren in vaten, cupen, potten, of in sticken eijer en tal van kaas-soorten, als coijen case, gheijten casen, groene casen, scapen casen, harnassche casen, Enghelse en Vrieske casen, en een enkele maal ook cruut-coec en lijf-koeken, zijnde meest geschenken an mire vrouwe. Ook werden nog in dezen kelder geborgen de vaten olie, welke in de keuken en in de kapel verbruikt werden, alsook tonnen sepe, vele ponden witten zepe, en de spans zeepe en het smout. After den lardier op die graft werd in 1395/6 „een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 198