186 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. richting, terwijl de vóór-kelder onder die zaal met ene grote dore en een hellend vlak op ’t cokenhof uitkomend, tot eigenlijke buttelrie diende. Daar werden geborgen de ver schillende vaten, sticken, stoopen, taken, pipen en aemen, zooFransche,Rinsche als Spansche wijnen met onderscheiden namen, en in onderscheiden qualiteiten en verdeeld in out wijns, volle wijns en nuwe wijn, welke in dien kelder werd verwerkt, want de rekeningen spreken van wine op te scroeden, van gesoden wijn, van pipen daerdieRinschewien en die assoije en die malvezeije in verlaten wort, van tinnen en leeren stopflesschen en van barizeele (lederen wijnzakken, die op reis werden mee- gevoerd) met clareyt of galants of gharnaets en met teijnturen clareijt van te maken. Op scapperaedse stonden eenige schencpotten, kannen en kroesen en eene bizondere afdeeling van den kelder diende tot berging van de vele en de onderscheidene bier soorten. zooals Delfs bier, grutbier, Haerlemmer bier, Ham burger bier, hoppenbiers, oestbiers, Omlantsen bier, en hoe zij alle verder heeten mochten, in vatten of tonnen alle ordelijk op eene eigene bierstellinghe gelegd, terwijl er van elke soort één vat met tapkraan voorzien, op de stelling gereed lag, zoodat de onder die kraan staande canne op de eerste vraag door den bottelier of zijn knecht kon worden gevuld. Bij herhaling werd de cuper ontboden om de vaten en tonnen opnieuw te hoepen, of kwam er een verlater uit Delft om de wijn te verlaten. En als er soms „een deel bijers, dat op reijse was meegevoert in den scepe in der sonnen zeer suer was (geworden), dat mens niet wail drincken en mocht, en ’t huijsgesinde wel dair over claich- den”, dan werd deze verkocht, o. a. eens aan Pieter Jansz. den wijnverlater, „daer hij voir sal leveren voir elcke twee vaten zuer bijers éen vat bijer azijns”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 201