HET GRAFEL1JK LEVEN IN DIE HAGUE, IN DE XIVDE EEUW. I 97 Aan dit altaar kwamen boete doen, zij die wegens oproer of bijzondere misdaden bij den Hove daertoe gecondemneert wierden, zooals die van Purmerend in 1473, enz. Sijmon den glasemaker voorzag in 1375/6 met drie ijsen bakken die glase veijnstren in die cappelle, weghende XVIII pond en langhde de drie ijsen boven in ’t compas, of in ’t roos venster, dat met nuwes glaes werd voorzien toen dit utghewayt was. De kapel was met een houten gewelf over dekt, in de rekeningen „de hemel” genaamd, die omtrent Alreheijligen in 1372 en later bij herhaling werd geverwd, gestoffeerd en geveghet; de beelden in de kapel werden door den beldemaker soms hersteld, zij waren geverwd en werden geregeld scoen gemaakt, ook waren er vier inghelen, die in 1371 nuwe vinghren en nuwe vleghele kregen en waarvoor toen linnen lakens werden gekocht om ze mede te verdeden. Over het hoofdaltaer hing aan een reep een „vlieghenet” en vóór dit altaar x) drie lampen, waarvoor geregeld vaten lampe-smouts of stoopen olije werden opgedaanvóór ’t sacrement bernde ene keersse. Behalve dit altaar, was er tevens een altaar voor Onse Lieve Vrouwe, aan welke de kapel gewijd was, een Sint Andries-, een Sint Yvo- altaar, en een altaar der Zeven Weeën, terwijl er een Sinte Niclaes outair was in de cappellerie of de kleine kapel, daarneven gesticht voor Gherijts ziele van de Wate- ringhe. Groote voorraden was werden jaarlijks gekocht, waarvan onder toezicht van den koster kaarsen werden gemaakt, zoo wel gewone waskaarsen, als stalkaarsen, zoowel een groote paes-keerse, als ghedraeijdeof strengheide kaersen,elc van 15 pond, waarvan er altijd vier tot Kersnacht dienden, alsook tortijsen, die barneden op bizondre missen en jaerichtiden en stonden in scafte en tenements. Voorts brandde er een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 212