gevangen-poort was ingericht op het laatst der XlVde of in het begin der XVde eeuw, schijnt de diefsteen uitsluitend als dorps-gevangenis benut te zijn. Slechts bij de poorten en sedert 1351 ook tusschen enkele dezer waren stien- of muur-straten, ’t overige gedeelte van het Binnen- en Buiten-hof was nog onbestraat en ten deele met „scilpen” (schelpen) gedekt, dikwijls verzakten dan ook die bestraatte gedeelten in de daar naast gelegen modder poelen, die met misse gheeffent end ghevollet werden als het te slim werd, evenals zulks op het toernoeijvelt gebruikelijk was en dan vinden wij in de rekeningen eenen post als „de strate twisken twee poirthuzen up te windren en van den sande ghebesicht an de muurstrate”, of: „daert te doene was te caseijen”. Was de Graaf op reis geweest en zijn thuiskomst op handen, dan vinden wij tal van posten „van den hof scoen te maken, van allen husen te stoppen in den Hof die met riede ghedecket zijn”, of, „van die strate te maken, van die assche en vulnesse van den hove te voeren, die stillen alle te rumen en scoen te maken, die glaze te dwalen, die vloeren te boeten, die huse in rake te houden, te hemelen an die poirte, de doere slutingen te versien met nuwe cluijsteren én sloten én scoven én vingherlaen en van hemelinghe van bregghen en van hoije te von kelen”. Op het Binnen-hof lag tusschen de Groote zaal en de kapel de kaets-baene of ’t caets-hof, alwaar de Graaf dikwijls zelf meespeelde, de ramen der zaal waren aan die zijde dan ook voorzichtigheidshalve van buiten met horden bezet. Op het keuken-hof stonden eenige oude linden, daerneven, en beoosten de oude sale, lag het blom-hof met eene poort met een blocslot afgesloten, grenzend deels aenhet reijghers- bosch, alwaer de reijghers-bossche bewarer soms meer dan twee honderd reijgeren tot mijns heren behoef ver- HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGUE, IN DE XIVDE EEUW. 203

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 219