T4
B Tot zoover Frederiks, t. a. p. 259.
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
De vierde broeder van Margareta, Adriaen, was geboren
in 1598 en was in 1629 sergeant-majoor bij het beleg
van den Bosch. In 1660 was hij „capiteyn van een com
pagnie voetknechten ende commandeur op het fort Engelen”.
In 1662 schijnt hij in den Bosch bij welke gelegenheid
blijkt niet zwaar gekwetst te zijnhij is toen althans
gestorven.
Hun zuster Margareta Doublet, geboren den 4 Maart 1594,
wordt in de Haagsche huwelijksafkondigingen op 17 Maart
1621 vermeld als verloofd met mr. Johan de Voocht, die
20 Mei daaraanvolgende den eed deed als advocaat voor
het Hof van Holland. Hun zoon heette Philips. r) Het is
deze zoon Philips, wiens bedenkelijk gedrag zijn moeder
aanleiding gaf tot het opstellen van de bovengenoemde
machtiging op haar broeder Adriaen. Daar hij in April
1646 negentien jaar oud is, is hij geboren in de laatste
helft van 1626 of het begin van 1627. Hij kan dus een
zoon zijn van van Johan de Voocht Maar hoe hij dan
in onze acte „geseyt van Dam” kan heeten, blijft on
verklaard. En evenzeer is het zonderling, dat Margareta
zich Doublet en niet de Voocht noemt. Was zij misschien
van haar man gescheiden Een onderzoek in de Haagsche
registers zou dat misschien kunnen oplossen.
Voor het eerst kunnen wij thans uit de notarieele proto
collen eenige mededeelingen doen omtrent den toestand
der Katholieken in den Haag. Den 21 Augustus 1625
verklaren eenige getuigen, dat hyer in den Schravenhage
voorsz. tot den Ambassadeur van den Coninck van Vranck-
rijck desgelijcks totten Ambassadeur van Venetien de
Roomsche religie openbaerlijck alle dage geexerceert, ge-
predickt ende volcomen dienst gedaen wordt” (N°. XXVIII).
Maar dat men anders voor de Katholieken niet gemakke-