HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. 213
nuwe cleder, welke zoo voor haar zelve als voor hare
joncfrouwen voor een aanstaand feest zouden gemaakt
worden, en over de lakens en ziden en fluelen stoffen
daartoe aan te koopen en zoo in dien tijd een maerseman
of Piet den kramer van Dordrecht het geluk had zijn
voorraad zide, fluweel, linten, brocaatstoften en ghuldene
lakenen der Gravin te mogen voorleggen, dan was hij
zeker van een goeden dag.
De goudsmid uit Delft werd dan tevens ontboden, met
zijn met zilver beslagen riemen en gordels, met zijn zilveren
of gulden gespen en haken, met al zijn rijk bewerkte zilveren
of gulden knoopen in allerlei grootte, met zijn zilveren en
gulden boerdsels en coerden, met zijn ringhen en vingher-
laen, met zijn paerlen en juwelen, enz., en terwijl hij zijn
rijke voorraad de Gravin op ’t voordeeligst wist te toonen,
vertelde hij haar en haar gezelschap het laatste nieuws
van het Brabantsche, van het Geldersche en van het
Vlaamsche Hof en welk kleed de Hertogin van Brabant
op het feest van de Gravin van Vlaanderen te Brussel
had gedragen en met welke kleinoodiën en sieradiën zij
getooid was, en bijna altijd had hij dan toevallig van die
zelfde kleinoodiën en sieradiën bij zich.
De rekeningen vertellen soms zelfs allerlei intieme
huiselijke bijzonderheden, o.a. die van 1360/1, hoe dat mire
vrouwe eerstdaags hare bevalling verwachtende, boden
met brieven zond an die Vrouwe van Voerne en an mier
vrouwen van Egmonde, dat si sonder vertrec bi mire
vrouwe comen souden, en, na afloop, ging een bode met
een brief aen mijne here Hertoghe Aelbrecht ome hem te
laten weten, dat mijne vrouwe verledicht ware van eenre
jongher dochter.
Zes en een half elle wits lakens werd ghecoft mier
jongher joncvrouwe in te winden, en bi mier Vrouwe van
V oerne bevole ene clene wieghe tot Delft ghecoft mier