216 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. af de groote zaal naar de parochie-, de Sint-Jacobs kerk in het dorp die Haghe, alwaar de Bisschop zelf mins heren dochter doopte en stellig was het dien dag en nog eenige dagen daarna volop festijn op ’t Hof, en kwamen die sprekers beurtelings voor mins heren feest-tafel in de groote zaal hun talenten toonen, terwijl de pipers, vede laars en sanghers de tusschenpoozen afwisselden met mu ziek of zang, de gokelaers met hunne kunsten en de sotten, door den Bisschop meegebracht, met hun guitige uitvallen. Aan het vesper-maal vinden wij het gezin in de eetzaal opnieuw bijeen, een maal dat men gaarne, vooral in den wintertijd iets rekte en met muziek of zang, met kout en scherts verlevendigde. Bij gemis aan beter, werd Hanneken de wachter, dan soms geroepen om voor mins heren en mire vrouwe tafel te spelen, of kwam Gheraed den vedelaer er vedelen, niet zelden ook gaf mins heren minstreel een der toen geliefde ridderromans ten beste, of had een doortrekkend minstreel verlof gevraagd een lied te mogen voordragen. Bij voorkeur noodde men echter Augustin den spreker van Dordt uit tot het geven eener sproke en van af 13831408 wordt als spreker, in de rekeningen bij her haling, een 20 maal zelfs genoemd, Mr. Willem van Hilde- gaersberch, de dichter; wij vinden hem vooral op kerke lijke feestdagen, opten Paeschdach, ter hoechtijt van Kers- avont en ook op mins heren brulofte op 5 April 1393. Hij was een ernstig, wijsgeerig man, met een zeer goeden kijk op de menschen en toestanden van zijn tijd, zich niet ontziende, om in de gedichten, die hij zeide voor ’s heren tafel, het slechte te hekelen, in afwisseling met schoonre sproken en geestige zetten, en met tafreelen uit Reijnaerde de Vos, want„Archeit ende schalkernije, die henghet God wel dat ghedije.” Elk zanger en goochelaar, die in de buurt van die Haghe

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 234