Sparendamme, daer hi misse hoerde, II d.”; of: „mire vrouwe allenken toffergelde, III s. VI d.” Eens in Middelburg zijnde, reed de Graaf met de Gravin tot Brigdamme in de kercke om misse te houden, overmids dat men in Middelburch geen misse en dede, omme dat die kercken besleghen en waren (als zijnde de stad toen in den ker kdijken ban). Een ander maal opten Witten Donresdach in Middelborch zijnde, quam de coster van derprochiekercke in den doester mit wiewater en bewiede daer mins heren earner, waarvoor de clerk eene gifte boekte van II s. III d. Kwam men op reis in de buurt van een beroemd Onze Lieve Vrouwebeeld, zooals dat te Combron bij Ath, dan werd daaraan steeds een bezoek en een offer gebracht, evenals aan het Heilighe Cruce tot Dordrecht, en aan dat te Sinte Geerdenberghe, terwijl mine here en mire vrouwe soms up ’s Heijlichs Cruijsavond te Eijkedunen of upte goede Vridaghe ter bedevaert gingen naar het Hillighe Cruijs aldaar en daar offerden nu eens IIII dubbel mottoen, dan i gulden. Bij herhaling ook reet min here en mire vrouwe mit al haar ghesinde soms bij avond ter bedevaert tot ’s Grave- zande, om daar te offeren Onser Vrouwe van’s Gravesande, en bij goed weer te paard uitgereden, kwam men, als het weer veranderde, niet zelden in waghenen van daar terug. De Graaf had een tijdlang tot biechtvader een moync ut Beijeren, die mins heren biecht placht te hooren en dan weder vertrok ende teer- of reisgeld kreeg en een nieuw paard voor de terugreis evenzoo is er sprake van mijnre vrouwe biechter van Harlem; meestal echter ging mire vrouwe ter biecht in de kapelle of in de parochie- kerke en vroeg zij vóórdien den tresorier om biechtgeld „ende op goede Vridach gaf hij mire vrouwe voor haer en haere jonefrouwe te biechtghelde in hoer eiges hant: III U' III s. Een andere post noemt broeder Willem 222 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 241