EEUW.
Het stichten van gasthuizen werd zeer door de Graven be
vorderd, o. m. dat te Katwijk en ook niet zelden gingen zij
zelven daartoe over, zoo stichtte Willem V in 1355 een gast
huis in die Haghe, althans in de rekening van dat jaar komen
daarvoor de volgende posten voor
„om een nuwe gasthuus beghinnen te maken in den Haghe;
224 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE
was mire vrouwe meter ende ghaf si tot
den kinde gheven XL schilde IIII ffi, en toen min here
Heer Jhans kinde van Culemborch ute vonte hief, gaf hij
dit X mottoen; en toen op 4 October 1398 ene jode ende
ene jodinne in die kercke in die Hage gekerstent werden,
werd hen bi mijns heren ende mire vrouwe bevelen ghe-
gheven aen alrehande ghelde XXX gulden ende om
Gode ende te offergelde in der kercke te zamen II U'
XVII s. VII d.
In 1361/2
sente Pieters te Noert-Monster in Middelborch, daer si ene
clocke hief, IX s. IIII d. en toen in 1375, mire vrouwe
verzocht doch verhinderd was meter te zijn, was mijnre
vrouwe van Ghelre dit voor haar, en ghaf de tresorier
mijnre vrouwe van Ghelre in hoir selfs hant en gaf si
Pleijnkens pipers kint, dat si hoefXVIII s.
Capellen die gesticht werden of tot parochie-kerken
werden verbouwd, konden mede bijna altijd op ’s Graven
steun rekenen; „den capellane van de capelie die men
te Heemstede stichten zal, voer mijns heren ziele
XXV enz.
Arme kloosters kwamen niet zelden met hunne beden
om hulpe tot den Graaf, en dan boekte mins heren clerc
„betaelt twe Jacobinen van den Bossche tot hare timmeringhe
hulpe, die claegden dat hor doester verbornt was, II s.
IIII d.” of, „up Alreheijlighe avondt ghegheven ome
Godes wille den beghinen van Hairlem III s. VI d.,” of aan
de minnebroeders tot Zierixzee, of aan verschillende gast-
husen ’t geen hem te geven bevolen was. x)