Guitare-speelster, naar een H. S.
VIL DE GRAAF IN GELDZORG.
„Mocht ic mijns selfs meester sijn,
Soe had ic van wille die wille mijn” t)
De Graaf had helaas maar al te dikwijls geldzorg.
Johanna de Hertogin van Brabant, sedert 1345 weduwe
van Willem IV, had recht op eene douarie ofjaargeld, waar
van Aelbrecht met de betaling bijna altijd ten achteren
was en dikwijls uitstel vroeg; in 1394 bedroeg die achter
stand 9084 oude keiz. schilden en bij haren dood op 1
Ontleend aan de rijmspreuken van W. van Hildegaersberch.
van huven over hun kop en van lederen hanscoenen voor
den valkhouder.
In het hondehuus logeerden behalve 4 windhonden,
een 14-tal jachthonden, terwijl de beide winden, die min
here van Dire van Pollanen ten geschenke had gekregen,
in ’s Graven earner mogten verblijven. Ysebrant van den
honden kreeg per jaar eene toelage voor hun onder
houd, leidde ze op voor de jacht óf voor de bewa
king, gebruikte ijzeren veters, om de waakhonden meê
vast te leggen, en was er soms een van mins heren
honden op de jacht ghedwaelt, dan was het zijn taak deze
weder op te sporen en terug te brengen.
HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE I-IAGHE, IN DE X1VDE EEUW. 231