1361, looo schilden, waartegen die stad nu van den Graaf
pachtte voor 1 mark silvers jaers den scoutambacht met
allen gerechte, dat wi daer binnen hebben.
Breda, dat hem mede 1000 schilden leende, verkreeg
daarvoor 28 Mei 1374 tolvrijgeld in Holland en Zeeland;
ook andere steden als Amersfoort, Brouwershaven, Kampen,
Hagesteijn, Utrecht enz. die tolvrijheden kregen en tal
van steden door hem met vrije jaarmarkten beschonken,
als Alkmaar, Naarden, Vlissingen, Weesp, Westkapel, enz.,
wisten die voorrechten te verkrijgen door geldelijke offers
te brengen aan ’s Graven kas.
De Graaf was dikwijls zelfs in voorschot bij zijn eigen
ambtenaren, zijn rentmeesters en baljuwen, die hem gelden
verstrekten op de inkomsten, die nog geïnd moesten worden;
hij leende op reis dikwijls zelfs van zijn eigen dienaren
en niet zelden ook leende hij ’s avonds van den man bij
wien hij speelde, de som die hij er op 't verkeerbord,
of met wortafelen verspeelde.
Dat ’s Graven positie en gezag daarbij won, stellig
niet, ofschoon het destijds heel veel kon lijden; èn, door
tal van tollen, pachten èn visscherijen, door tal van ambten
èn regaliën, door tal van vaste inkomsten en bezittingen
af te staan of te verkoopen aan de steden of abdijen
voor de trouwe diensten hem bewezen, daarmede vermin
derde hij voor goed de toekomstige inkomsten en baten.
Zoo verkocht hij voor 1000 scilden de moer bij Sinte Geer-
denberghe, om een deel zijner schulden wegens ’t beleg van
’t kasteel te Heusden te kunnen dekken, zoo verkocht hij
den Abt van Onze Lieve Vrouweklooster te Middelburg
100 gemeten lands te Gherofsdijk en stelde dit, 3 April 1390,
vrij van schot, terwijl de abten van datzelfde klooster, zijn
geldschieters, heel dikwijls in tijden van nood, achtereenvol
gens werden beleend met 4240 gemeten lands op Walcheren
enz., begiftigd werden met tienden, en eens zelfs ten
238 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW.