246 HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW.
Clavicimbu-
IX. DE GRAAF TER FEEST.
t) Ontleend aan de rijmspreuken van W. v. Hildegaersberch.
„Wije lief heeft, is selden vrij
Van sorghen, des hi stedich sij”.1)
aan arme priesters, aan zieken, armen en aan de bedelaars,
die hem vervolgden.
De Graaf hield veel van feestvieren en verzuimde zelden
eene uitnoodiging uit Brussel, uit Gent, uit Arnhem of uit
Cleef aan de respectieve hoven, of eene uitnoodiging van
den Heer van Scoenhoven, van Jan van Blois, die o. m.
in 1367 op mer Vrouwendach concepcio een feest gaf in
siner herberghe in die Haghe, door den Graaf en door
de Gravin bijgewoond en dat zoo prettig was, dat de tresorier
boekte, „dattet een gescelscap gaf, dat men ’r een hoedeken
om gaf.” En toen de Graaf en Gravin up Sonnendach na
dertien dach in ’t jaer 1359 op hun kasteel te Sinte Geerden-