„clareyt, garnaten, malvesie, rot cret, galant, rints win,
cort win, gasconge.”
Dan volgt nog:
„nota dat die nuwele in der feeste vorscreven costeIII ‘tL',
VI s, VIII d gr:”
Ik vermoed, dat dank zij die „nuwele”, het nieuwe, dat,
als zijnde niet in den spijs- en wijnkelder voorhanden,
moest worden aangekocht en als uitgave geboekt, de clerc
van den feeste de spijslijst van elk der 3 maaltijden,
pro memorie heeft aangeteekend, en ons datdoende een
volledig overzicht heeft bewaard over een feestmaal ten
hove van Aelbrecht, een overzicht begrijpelijker, dan
menige spijslijst van een feestmaal uit onzen tijd zou zijn.
Het is jammer, dat diezelfde clerc, die zoo goed op
de hoogte was, ons niet tevens het geheele verloop van
het feest en al wat daarop tot genoegen en verzet der
genooden achtereenvolgens plaats had, niet op een ander-
blad zijner rekening heeft medegedeeld.
Zóó, eenige dagen achtereen, trouwens anders was het
destijds, langdurig, moeitevol en kostbaar als de heen-
en terugreis voor de gasten was, niet de moeite waard
geweest, zóó, eenige dagen aaneen, vierde men. oudtijds
feest, toen tevens de gelegendheid gevend om op het
steekspel, daar bijna altijd aan verbonden, te schitteren,
't zij door eene kostbare wapenrusting, ’t zij door kracht
en behendigheid in het handteeren der wapenen, of in het
paardrijden, en om bij het daaraan zelden mede ontbrekend
spel zijn fortuin te kunnen beproeven.
Weken vooruit reeds, werden voor dergelijke feesten
dan ook de uitnoodigingen verzonden, en gaven deze overal
drukte en bezigheid, en vele maanden en soms jaren lang,
lieten zij bij velen, die er aan deel mochten nemen, eene
aangename herinnering achter; voor ’s Graven kas was
HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. 251