HET GRAFELIJK LEVEN IN DIE HAGHE, IN DE XIVDE EEUW. 255 Leiden werd 16 Sept. 1394 wegens weerspannigheid jegens den Graaf beboet met 5000 scilden. So kwijt Aelbrecht (17 Nov. 1358) die van Veere en van den Polre voor 500 schilden, wegens breuke dat si gewapenderhand voor Middelburg geweest waren. Die van Amsterdam moesten ditzelfde jaar 600 Br. schilden breuke betalen, wegens ’t geen zij misdaen hebben aen de bueren van Cudelstaerte. De stad Dordrecht werd op 17 Sept. 1385 veroordeeld tot eene boete van 6000 oude schilden wegens haar mis drijf tegen Sevenbergen gepleegd, terwijl haar 12 raden werden afgezet. Leiden Sinte Geerdenberghe, Schoonhoven, enz., werden wegens vredebreuk, Amsterdam opnieuw, evenals Delft en Gouda wegens verzet tot groote boeten veroor deeld, aan ’s Graven rentmeester te betalen. Zoowel in deze, als in tal van andere gevallen, zien wij den Graaf persoonlijk als rechter optreden en von nissen, en als in de stad, waarin hij op reis ver toefde, de wet vernieuwd werd en men nuwe scepe eeden soude, dan verhoogde hij die plechtigheid meestal door zijn tegenwoordigheid. Het minst gelukkig als rechter, was hij in de aangelegenheden, waarbij hij zelf direct betrokken was, zijn opvliegende natuur speelde hem dan niet zelden booze parten Het doodvonnis, dat hij over den Henegouwschen edelman Heer Jan van Enghien liet uitspreken en voltrekken, is reeds besproken, en nadat Aleida van Poelgeest, mins heren arnica, de dochter van zijn schildknaap Jan van Poelgeest, met Willem Kuser, haar begeleider, op Sint Mauritiusdag (22 Sept.) van het jaar 1393 op het Buiten-hof bij de Gevangen poort was vermoord, vergat de Graaf zóó geheel en al zijn strenge rechters-plicht, dat hij die van Holland, Zee-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 276