EEN ROMEINSCHE STAD BIJ DEN HAAG.
Het verzoek van het bestuur van Die Haghe om, niet
tegenstaande ik reeds vaker dit onderwerp behandelde,
ook in haar orgaan een overzicht te geven van de kwesties,
die ik op een vergadering van deze vereeniging mocht
bespreken, mag ik niet afwijzen. Slechts door steun van
een groot publiek van belangstellenden zullen wij die
kwesties tot oplossing kunnen brengen, een gelegenheid
dus om tot een Haagsch publiek te spreken van hetwelk
men in deze allereerst belangstelling mag verwachten,
mogen we niet laten voorbijgaan.
Bedroevend weinig is het, wat we feitelijk weten om
trent het verblijf van de Romeinen in ons land. De losse
berichten der klassieke schrijvers, die men op ons land
kan betrekken, hebben al heel weinig waarde en behalve
dat heeft men nog slechts een enkele oude reiswijzer die
ons, eigenlijk evenals een tegenwoordig spoorwegboekje, de
stations noemt, die men op verschillende wegen ook in ons
land tegenkwam. Wisten we nu maar, hoe die wegen hadden
geloopen, doch dat laat zich alleen maar in groote trekken
gissen. Den besten dienst doet daarbij een oude Romeinsche
reiskaart, de bekende tabula Peutingeriana, waarop ook
een gedeelte van ons land, links van den Rijn, is getee-