EEN ROMEINSCHE STAD BIJ DEN HAAG. 27I is, dan zouden we hier althans een van de Romeinsche stations hebben gelocaliseerd. Ons oordeel hierover willen we echter liever maar opschorten. Langs historischen weg is het dan ook eigenlijk niet mogelijk iets zekers omtrent die Romeinsche nederzettingen in ons land te zeggen en men is er dan ook al wel toe overgegaan archaeologische gegevens te zoeken, echter helaas zonder zich bewust te zijn, hoe gevaarlijk het is met zulk materiaal te werken, zonder er eigenlijk mee bekend te zijn. Men tracht „vindplaatsen van Romeinsche oudheden” zonder eenig nader onderzoek voor zulke Romeinsche stations uit te geven, zelfs de geringste vondst van eenige Romeinsche dakpannen is welkom. Wie echter weet, hoe in na-Romeinschen tijd de afgebroken Romeinsche gebouwen heinde en ver bouwmateriaal voor kerken en huizen hebben geleverd, wie b.v. verscheidene van onze Limburgsche kerkjes gezien heeft, waarin nog Romeinsche pannen en bouwstukken zijn ingemetseld, die begrijpt, dat het niet aangaat een plek, waar eenige van zulke stukken gevonden zijn, eenvoudig maar als Romein sche vindplaats” en dus als oude Romeinsche neder zetting te verklaren. Slechts een werkelijk archaeologisch onderzoek van een plaats kon zulk een plaats als oude Romeinsche vestiging aanwijzen, tenzij, zooals b.v. in Nijmegen en Vechten, een groote massa van allerlei soort Romeinsche oudheden, toevallig gevonden Romeinsche begraafplaatsen enz. ons zekerheid geven. Zoo komt het, dat een leek op dit gebied gewoonlijk van zoo veel meer Romeinsche nederzettingen weet te verhalen, dan de archaeoloog met de beste wil van de wereld als zoodanig erkennen kan. Niet slechts in ons land is dit zoo, ja zelfs de meest klassieke staaltjes op dit gebied zijn niet hier, doch in Duitschland geleverd; het gespartel der historische theoriën onder den druk dier

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 294