■2J& EEN ROMEINSCHE STAD BIJ DEN HAAG. den geheelen omtrek van deze vestiging kunnen weer vinden, we zouden kunnen nagaan, waar die muur omboog en dus ook, waar we in den grond de verdere nog on ontgraven overblijfselen moesten verwachten. Het was om dit te constateeren, dat we op verzoek van het bestuur van die Haghe, bij onze opgravingen door den Fleer A. Sassen vertegenwoordigd, dezen zomer een onderzoek mochten instellen en werkelijk de gewenschte resultaten bereikten. De door Reuvens aangegeven strook werd op verschillende plaatsen opgezocht en als een breed muurfundament herkend. Verder was aan de zijde van den weg in den bodem op korten afstand van dien muur duidelijk het profiel van een typisch Romeinsche dubbele gracht zichtbaar (den muur en de grachten ziet men op foto afb. 8). Zoo was dus bewezen, dat Reuvens' gebouwen binnen een ringmuur en een dubbele gracht hadden gelegen en bij het verder vervolgen van dien muur bleek ons, dat die even door de oprijlaan van Arentsburg heen naar de kant van de Vliet omboog. Waar nu Reuvens zijn strook, die wij als muurfunda ment herkenden, ook aan de andere zijde van de buiten plaats in het weiland op grooten afstand nog heeft weer gevonden, kunnen we ons ook eenigszins van de grootte van de Romeinsche nederzetting een al is het ook zeer globalen indruk maken. Minstens een 80000 M2 oppervlak moet door haar zijn ingenomen. Reuvens heeft hiervan mogelijk nog geen derde gedeelte onderzocht. Op deze plaats, werkelijk de eenige in onze streken waar Romeinsche overblijfselen van beteekenis zijn weer gevonden, meenen we dus een van die twee ons over geleverde Romeinsche aanzienlijke nederzettingen, Lug- dunum of Praetorium te moeten zoeken. Waar we zagen dat onze historische gegevens ons tot niets zekers leidden, zullen we verstandig doen daar niet langer over te rede-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 305