EEN ROMEINSCHE STAD BIJ DEN HAAG.
279
neeren, doch te beginnen met de plaats te onderzoeken,
die de eenige is, welke zichzelf als die van de voornaamste
Romeinsche nederzetting aanwijst.
Zeker zal het ons gelukken, als wij tot een onderzoek
worden in staat gesteld, na te gaan of het werkelijk een
Praetorium is geweest, dat hier stond of er een zware
vesting heeft gelegen, waard om boven andere legerver-
sterkingen op de Peutinger kaart door een bijzondere tee-
kening te worden aangeduid. Of wel we zullen hier een stad
vinden. Dat we dan in de eerste plaats aan Lugdunum
zouden moeten denken, de eenige stadsnaam, ons hier in onze
provincie overgeleverd, schijnt me voor de hand liggend.
Hoe het zij, een werkelijk onderzoek van de vestiging
der Romeinen in Nederland schijnt ons toe te moeten
aanvangen met het archaeologisch onderzoek van deze
plaats, waar werkelijk zekere gegevens nog in den grond
verborgen liggen. Daarvan is alleen eenig resultaat te
wachten. Hebben we dan eenmaal hier een vast punt voor
ons onderzoek verkregen, dan zullen we de wegen zelf
weer kunnen vinden, die hier eenmaal van uitgingen, dan
zullen we, die wegen nagaand, ook de stations van min
dere beteekenis kunnen terugvinden.
Tot we werkelijk exacte gegevens in handen hebben,
doen we het best, onze onwetendheid te bekennen en niet
weg te redeneeren met geleerde vertoogen over allerlei
mogelijkheden. En hier kunnen we exacte gegevens
krijgen niet alleen omtrent den aard van de Romeinsche
plaats, maar ook omtrent den tijd. Munten en het voor
dateering nog veel meer waardevolle materiaal, ceramiek,
is hier reeds door Reuvens in groote menigte gevonden.
We vinden daarin niet alleen machtige archaeologische
hulpmiddelen, maar ook op zich zelf resten van een
zeer hoogstaand kunsthandwerk. Niet alleen historisch be
langrijke ruïnen, niet slechts gegevens voor een juiste