HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW. 287 Blz. 93 der 18- druk. diligencediensten Den Haag Haarlem Amsterdam en Rotterdam Delft Voorburg Leiden Haarlem Am sterdam werden vereenigd in een dienst Rotterdam DelftDen HaagLeidenHaarlemAmsterdam, waar schijnlijk om de uitgaven in overeenstemming te brengen met de inkomsten, die door concurrentie sterk hadden geleden. Voegt men dan nog de in 1839 ingestelde nacht dienst er bij, dan heeft men, wat Den Haag betreft, vrijwel de geschiedenis van den diligencedienst van Veldhorst en V. d- Koppen onder den zinspreuk „Eendragt maakt magt”, door Hildebrand in zijn Camera Obscura x) onder de warme menschenvrienden gerekend, den dienst, die het in 1842, bij de opening der spoorlijn HaarlemLeiden, het tegen zijn nieuwen mededingster smadelijk moest afleggen. Wij spraken zooeven over een dienst Rotterdam-Den HaagAmsterdam. Het heeft betrekkelijk lang geduurd, eer het verkeer van Den Haag naar Delft en zuidelijker gelegen plaatsen het verkeer per schuit desnoods kon ontberen, en wanneer, reeds in 1815, spoedig na de opening van den vorigen dienst een zekere Hogersdijk te Kralingen het verzoek doet, zijn postwagen RotterdamAntwerpen tot Den Haag te mogen verlengen, komt het voorloopig bestuur in onze residentiestad, bevreesd als het was, dat de veerschuiten er onder zouden lijden, daartegen op. Maar het hielp nietwat aan Hogersdijk mislukte, gelukte aan J. B. v. Gend en de wed. Van Loos, deAntwerpsche eigenaars der diligence-onderneming van Gend en Loos, die reeds vóór 1820 wisten door te voeren, dat hun dienst Antwerpen Breda— Rotterdam werd doorgetrokken, eerst tot Den Haag, later tot Amsterdam, zij het dan ook vooreerst alleen ten behoeve van passagiers voor plaatsen, verder dan Rotterdam Hun dienst zal later nog ter sprake komen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 317