294 HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW. was de buitenlandsche correspondentie. Als dan ook zijn dienst in 1822 Den Haag bereikt, wordt de concessie alleen gegeven met het doel om de reizigers voor plaatsen verder dan Rotterdam (Dordrecht, Bergen op Zoom, Breda, Antwerpen en verdere plaatsen) op te nemen of de reizigers van die plaatsen hier af te zetten, en na de doortrekking tot Amsterdam in ’t zelfde jaar, wordt de voorwaarde gesteld, dat er geen locale reizigers tusschen Amsterdam en Den Haag mogen worden vervoerd. Eerst in den Stadsalmanak van 1833 komt voor, dat de onderneming ook reizigers naar de hoofdstad des Rijks vervoert. In het eerst was er nogal concurrentieeen „Nieuwe Postwagen van Antwerpen”, die van de Maréchal de Turenne reed, ’s zomers om 4, ’s winters om 5 uur, later (na 1823) die van de Gentsche en Bredasche post meesters Busso en Comp; onder den zinspreuk van L’Union, zoo zelfs, dat volgens advertenties in verschillende num mers der Haagsche Courant van 1827 het tarief niet onbe langrijk werd verlaagd: dat van V. Gënd en Loos naar Brussel tot 9,10, naar Parijs tot ƒ20,met een overtocht in 60 uur, de overtochten der waters, conducteurs- en postillonsgelden er onder begrepen; de prijzen van Busso en Comp. werden 8,10 naar Brussel en coupé f 18,05, ie kast 15,20, 2e kast f 13,80 en banken imperial ƒ12,35 naar Parijs. Ter vergelijking: nu kost naar Brussel de ie klasse 8,05, de 2e ƒ5,85, naar Parijs I ƒ23,95, II f 16,70. De grootste concurrent der twee was voor Van Gend en Loos zeker wel Busso en Comp., die er zelfs 2 diensten daags op na hield. De Belgische revo lutie deed hen allen verdwijnen, en daarna zien wij V. Gend en Loos alleen te voorschijn komen, nu met het traject RotterdamMoerdijk per stoomboot. Vandaar, dat er nogal verschil was in den dienst ’s zomers of ’s winters’s zomers ging hij overdag, ’s winters des nachts,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 325