HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE X1XDE EEUW. 305
20
i u. 50 een feesttrein van Gouda naar Den Haag, waar
men om 2 u. 30 aankwam. Vele autoriteiten woonden
de aankomst in de residentie op het perron van het
feestelijke, royaal ontworpen station bij, en onder degeen,
die ex officio aanwezig waren, mag zeker wel vermeld
worden de heer J. Kemps, die nog lange jaren daarna
de hem toen opgedragen betrekking van stationchef alhier
tot ieders genoegen vervulde. De ontvangst der ge-
noodigden geschiedde in de ie klasse wachtkamer door
commissarissen en directeuren der Rijnspoorwegmaat
schappij, bijgestaan door den heer en mevrouw Gevers
Deynoot en mevr Ameshoff, de echtgenoote van den
bekenden president-directeur der N. R. S. Dat er veel
bij gesproken werd, spreekt van zelf.
De Tuin bleef niet achter: er werd op dien gedenk-
waardigen dag voor de Ned. Rijnspoorweg-Mij. en hare
gasten het hiernaast gedrukte programma uitgevoerd door
het muziekkorps van het regiment grenadiers en jagers
onder directie van den beroemden Dunkler. Na het diner,
dat niet op de uitnoodiging vermeld staat, maar waar het
toch zeker wel geanimeerd zal zijn toegegaan, trok men
terug naar het station, niet om weder te vertrekken, maar
om er een „soiree musicale et dansante” bij te wonen.
Een feëriek gezicht moet het geweest zijn, wanneer men
van het Bezuidenhout de Rijnstraat inkwam. Het geïllumi
neerde Den Haag viel af tegen den grootschen indruk,
dien het verlichte station bood. De geheele boog van de
kap was één lichtboog. En het genot zal in de zalen
want daarin waren de wachtkamers herschapen wel
niet minder geweest zijn dan daarbuitenhet bekende
orkest van Stumpf gaf er een concert, van wel geen zware
stukken, maar toch wel de moeite waard en daartusschen
O. a- de jubelouverture van Weber en de ouverture Guillaume
Tell, van Rossini.