310 HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDK EEUW.
al aan den
dat
eindelijk nog eens een twee uur in een schuit te zitten,
wanneer hij voor ongeveer hetzelfde geld Rotterdam in
een drie kwartier kon bereiken, en dan onderweg geen
voet behoefde te verzetten? Wie deed 8 uur over den
afstand Den HaagAmsterdam, wanneer hij in denzelfden
tijd per spoor heen en weer kon reizen en daarbij nog
zijn zaken in de hoofdstad verrichten? Maar niet alle
plaatsen waren per spoor bereikbaarVoorburg en Leidschen-
dam bijvoorbeeld liet de spoorweg op zij liggen en ook
te Voorschoten was de halte nogal ver van het dorp
verwijderd. Wij zien dan ook de trekschuit naar Leiden
met twee vertrekuren daags van beide plaatsen een
’s ochtends en een ’s middags in de vaart blijven, tot
de IJsselstoomtram ze in 1883 geheel en
grond hielp.
De Delftsche schuiten bleven geregeld varen de spoor
trein, op dezen afstand aanmerkelijk duurder, dan zijn oudere
concurrent, gaf aan Rijswijk een halte, die te ver van het
dorp lag om het verkeer met Den Haag te vergemakke
lijken en aan Delft een verbinding, die, gegeven de
groote afstand van het Holl. Spoor-station van de stad
Den Haag en de weinige treinen, het aan de trek
schuiten zeer gemakkelijk maakte te bestaan van datgene,
wat de spoorwegmaatschappij liet liggen. Er bleef elk
uur een schuit varen, en de Delftsche menschen ge
bruikten bijna uitsluitend de schuit, wanneer zij bood
schappen of bezoeken in Den Haag verrichtten, en
gebeurde nogal eens. Alleen de laatste schuit, ’s zomers,
die om 9 uur uit Den Haag vertrok, bleek voor deze
kalme luiden te laat, en werd dan ook in 1849 tot op
half negen vervroegd.
Ook nu nog geschiedt het bestelgoederenvervoer van de
H. IJ. S. M. naar Rijswijk niet over de halte van dien naam,
maar over Den Haag.