HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW. 313 inner mij dikwijls bij vertrek uit den Haag den wagen uit Delft eerst op de Gedempte gracht te hebben zien voor bijgaan. Met het oog op de hooge overgang over den spoorweg alhier en de Hoornbrug werd er tot den wissel halfweg (Oversteen) met twee paarden gereden, waarop dan de Haagsche koetsier en paarden ruilden met de Delftsche. Het verdere traject werd overdag met één paard afgelegd; de eenige hoogte, die op het Noordeinde te Delft in de richting naar de Haagpoort, overwonnen met een postillonspaard; daarvan werd tevens gebruik gemaakt om van paard te verwisselen, 's Avonds reed men ook op dit gedeelte met twee rossinanten. De laatste tijden van de paardentram werd met het oog op het ontbreken van rails over den overweg aan den Rijswijkschen weg (die verder voor het publiek reeds gesloten was) van de remise aldaar van drie paarden gebruik gemaakt. l) De nieuwe combinatie van 1886 wist van de bezwarende bepalingen door de H. IJ. S. M. bij het in gebruik nemen van het nieuwe station te Delft vastgesteld, gebruik te maken, om eene concessie voor een stoomtram te ver krijgen, en 31 Juli 1887 zien wij deze geopend met een half uursdienst; ’s avonds werd in de week om het uur gereden. De eerste winterdienst bevatte een dienst om het uur, ’s avonds door de week elk anderhalf uur, ’s Zondags om de drie kwartier, maar reeds den volgenden winter werd dit veranderd in een volledige drie kwartierdienst met overspringen van kwart over twaalf op kwart over een, later van 12 tot 1. Gedurende de jaren 1891 en 1892 had de stoomtram nog al te lijden van de vernieuwing der Hoornburg in i) Gedurende den ombouw werd de dienst uitgeoefend om het uur met een oude Amsterdamsche omnibus (als ik wel heb n°. 25), die wij later nog eens te Loosduinen zullen terug vinden, en een „char a banc”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 346