314 HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW.
23 Juli opening; het volgende jaar in verbinding met een
bootje naar Rotterdam
verband met de verandering der provinciale vaart, zoodat
er zelfs gedurende een viertal maanden met overstappen
aldaar om het uur moest gereden worden; ook na vol
tooiing daarvan ging de dienst niet al te geregeld, omdat vol
gens de provinciale verordening de scheepvaart de voorkeur
hadik heb zelfs eens een conducteur hooren zeggen
„Wij gaan langzamerhand op Greenwichtijd rijden.” Maar
de dienstregeling bleef toch in Amsterdamschen tijd gesteld,
de verordening werd gewijzigd, en het zaakje ging zoo
goed, dat men in 1894 °°k ’s winters, ten minste het grootste
gedeelte van den dag om het half uur ging rijden, en er
in 1896 gedurende Juli en Augustus den ganschen dag
een 30 minutendienst werd uitgevoerd In 18961). kwam
er een concurrentie door den „Haagschen Stoombootdienst”,
die echter, naar ik meen, niet gevoeld werd.
Wij kunnen hiermede van de Delftsche richting afstappen,
om nog een paar woorden te wijden aan de twee andere
verbindingen, die met het Westland en met Leiden. De
eerste, waarvoor bij raadsbesluit van 16 Augustus 1881 aan
de Westlandsche stoomtram vergunning werd verleend,
opende hare lijn in 1882 met een uursdienst naar Loos-
duinen, in het volgend jaar met verbreking dier uursdienst
tot Naaldwijk en spoedig daarop tot ’s Gravezande; tot
1886 werd de exploitatie uitgeoefend door de H. IJ. S. M.,
daarna door de maatschappij zelve, die 1 Juni 1887 een
alleen ’s zomers bereden zijlijntje naar Kijkduin opende;
daar toen de dienst niet met de 5 aanwezige machines
kon worden verricht, heeft dat jaar de locomotief „Sloter-
dijk” van de toen pas opgeheven lijn SloterdijkAmster
dam dienst gedaan. Dat zomerlijntje bleek echter niet te
rendeeren; trouwens de geheele zaak bleek in geen