Dagblad, 25 Jan. 1839. Wagens van den Heer Dietz. t) Zoowat halverwege tusschen Hoogstraat en Gevangenpoort. De wagon a la Dietz, drie rijtuigen a la remorgue hebbende, heeft deze week wederom met een zeer goede uitslag de stad doorgereden en in het bijzonder voor het hotel van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden verschillende bewegingen volbragt.Er waren vier wagens aan elkander gehecht, welke slechts door twee paarden in beweging gebragt en gehouden werden. aan den Ouden Doelen. Het zaakje ging goed, en 11 jaar later opende Dietz na proefnemingen met een door hem samengestelde rijtuigenreeks, een tweeden dienst op Scheve- ningen. Het was een voorganger van de „Renard-treinen”, zooals uit onderstaand bericht in het Dagblad van 25 Januari 1839 blijkt: Volgens een bericht van 22 April 1839 in datzelfde blad is de dienst op 21 April aangevangen. Welke hun standplaats in Den Haag was, weet ik nietin Scheveningen was het vóór het koffiehuis „De Romein”, waar nu de stalhouderij van Waterreus is. Lang heeft het systeem het niet uit gehouden, en reeds spoedig is er alleen sprake van de omnibus van Reijman, die echter kort daarna (1836) de zaak overdeed aan Koens, waarbij de afrit werd verplaatst naar de Plaats bij Marda „In de Tabaksplant”1) meteen zestal vertrekuren daags. Zijne diligences waren voorzien van impériales, en van een conducteur, die bij afrit een deuntje blies, dat op uitdrukkelijk bevel duurde, totdat hij HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW. 31 7

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 350