320 HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW.
uitgevoerd. Aan het eind van de zomerdienstregeling van
1870 staat de bepaling: „Van 5 uur zooveel mogelijk
gelegenheid tot vervoer van de stad; evenzoo van 7 uur
van het Badhuis tot zoo lang en zoo laat, als er een
genoegzaam aantal passagiers aanwezig is.” 19 September
werd er in dat jaar een verminderde dienst ingevoerd;
de laatste rit (9 u. van Scheveningen, 9.35 van Den Haag)
had daarna alleen plaats bij muziekuitvoeringen.
Zoo bleef de zaak gaanlangzamerhand werd er drukker
gereden, tot na de reorganisatie van 1877 (waarbij de
na 1867 gescheiden Delftsche tram weder aan de H. T. M.
kwam) en na de verbreeding der Lange Poten, er bij
de bestaande diensten d.w.z. ’s zomers langs beide
wegen, ’s winters alleen langs den ouden een lijn Sche
veningen BadhuisHollandsche spoor kwam met vertrek
van het Badhuis om 7.30, 10 u. ’s morgens; 12.30, 3.30,
6.20 en 8.38 ’s middags en van het Hollandsche spoor om
8.37 en 11.15 ’smorgens; 1.30, 4.30, 7.30en 9.50’savonds;
de oude Hagenaars zullen zich dezen dienst, die aan het
Hollandsche spoor eindigdevóór het hotel Neuf, nog
wel herinneren; lang heeft hij niet bestaan: reeds in
October 1881 reed hij niet meer en zijn standplaats
bij het Hollandsche spoor bleef ongebruikt in wezen tot
aan de verbetering van den toestand aldaar na 1886.
De nieuwe combinatie zien wij nog meer veranderingen
maken de dienst over den nieuwen weg, die ook ’s zomers
niet veel opleverde, werd ’s winters tot aan de Sumatra-
straat gestaakt; die door het dorp uitgebreid tot een
geregelden 71/2 minuten- (’s zomers) en kwartierdienst
(’s winters) in 1880 en van 1882 af van de Protestantsche
kerk; na 1885 verschijnt Js winters reeds een 10 minuten
dienst van het dorp, en een halfuurs-dienst van het Bad
huis, in 1887 zien wij een dienst KurhausNoordwal
ingericht, die ’s zomers met de voornoemde lijn langs