HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW. 321
21
den Schev. weg naar het Plein op het traject Anna Pau-
lownastraatKurhaus een 3s/i minuut vormt; in dit jaar
reed voor het eerst de befaamde accumulatorentram, die,
op één uitzondering na, ’s winters geregeld geslapen heeft,
en in 1900 is het verkeer reeds zoo druk, dat men ’s zomers-
avonds nog om half twaalf uit Scheveningen weg kon, en dat
er ’s winters een 7^ minutendienst werd uitgevoerd op het
traject PleinProt. kerk. De electrische tram had toen
reeds de dienstregeling, die zij gehouden heeft tot haar
laatsten dag: in Juli en Augustus tot half 9, in Juni en
September tot half elf om het half uur, daarna tot half een
en na kwart over 8 om het kwartier; in den tusschentijd
om de 7I minuut. Waren er meer reizigers, dan werd
een tusschendienst KurhausJavastraat uitgevoerd. De 14
accumulatorwagens naar men zegt waren de 8 eersten
te Brussel afgekeurd zijn na 1904 totaal van het tooneel
verdwenen, door niemand betreurd.
Na de concessie van 1886 werd het paardentrammaterieel
geheel vernieuwd met uitzondering der open tramwagens,
die, eerst opgeborgen, later 2 aan 2 aan elkaar gehaakt
en met twee paarden bespannen, in dienst blevende
wagens voor hen in de plaats gekomen, voor den geregelden
dienst, zijn de nog in gebruik zijnde kleine en middel
soort open wagensde kleine, die voor 20 personen
zitplaatsen hadden, werden met één, de groote met zit
gelegenheid voor 28 reizigers, met 2 paarden getrokken;
de laatste waren, wat hun onderstel betreft, reeds eenigszins
gebouwd om later als aanhangwagens te dienen. De tarieven
zijn nogal eens gewijzigd; eerst 35 ets., waren zij in
1870 (zooals hierboven beschreven) vóór half zes 20, na
dat uur 25 ets.; in 1880 was daarbij gevoegd een tarief
van en naar „Klein Zorgvliet” (Hotel Promenad'e) ad 10
t) Tevens werd toen bij mooi weer een kwartierdienst
Kurhaus Plein uitgevoerd.