Mr. L. G. N. Bouricius.
Voor een tweede lijn trachtte men aandeel en te plaatsen
in de buurten, waardoor deze zouden loopen, maar het
gelukte niet, waarop in 1898 de .Nederlandsche Omnibus-
Maatschappij” haar lijn opende van het Sweelinckplein naar
het Rijnspoorstation, reeds spoedig verlengd tot de Rein-
kenstraat (halte stoomtram),
Vóór 30 September van hetzelfde jaar richtte de H. O M.
een tweeden dienst in van het Frankenslag naar de Be-
zuidenhout bij de Theresiastraat, later verlegd van de
Promenade naar de Laan van N.O.-Indië.
Al kan een beschrijver van de xme eeuw veel ver
halen, wat in de xive gebeurd is, zonder dat men hem
op de vingers tikt, de afscheiding tusschen de xxe eeuw,
die der electriciteit, en de xixe is te groot, dan dat ik mij
er aan zou wagen, mijn verhaal na 31 December 1900
voort te zettenaan mijn opvolger dus de taak te be
schrijven, hoe de door paarden getrokken vervoermiddelen
het tegen de mechanische moesten afleggen, zelfs na met
enkele dier mechanische een tijdlang met vrucht gecon
curreerd te hebben, hoe een opvolger van Dietz het ook
niet lang kon volhouden met zijn „Renard-trein”, en hoe
de H. T. M. zich van een der slechtst bestuurde maat
schappijen ontpopte tot een onderneming, waarop onze
hofstad trotsch kan zijn.
33O HET VERVOERWEZEN VAN DEN HAAG IN DE XIXDE EEUW.