332 HET GENOOTSCHAP „OEFENING KWEEKT KENNIS”. De vier binnentredenden waren Sam Jan van den Bergh, Nicolaas Bosboom, J. H. Mansvelt en R. A. Sack. Door Willem Pieter van Stockum werd de gedachte aan het letterclubje, die ’t eerst was opgerezen in Van den Bergh, omgezet in eene daaddoor hem, van wien de bekende Haarlemsche uitgever Kruseman in zijne „Bouw stoffen voor den Nederlandschen boekhandel” schreef „Wie zal den invloed berekenen, dien een degelijk, be schaafd, nauwlettend boekverkooper kan hebben op de ontwikkeling zijner stadgenooten door de bevordering hier, door de opwekking elders van wetenschap, letteren, kunst en zedelijken ernst”. Van de Gortstraat verhuisde men, tengevolge breiding van naar een ramen Achttien honderd vier-en-dertig, ’s avonds vóór den [eersten Maart, Stond Van Stockum bij zijn grootboek, boeken links en [rechts geschaard, Toen zijn vrienden binnenkwamen tot bespreking van [hun plan ’t Stichten van een letterclubje. Zie, de vuur’ge, jonge man Reikt de hand hun, zendt hen naar zijn kamer heen. ,,’k Zal u volgen” zegt de gastheer vrienden! gaat, [ik kom meteen”. van uit- het ledental reeds in den zomer van ’34 bovenkamer met naakte muren en tochtige op de derde verdieping der Koninklijke Muziek school, op den hoek der Vleersteeg, en vervolgens naar de antieke beneden-zijkamer met goud-leeren behangsel. Hier werden voor het eerst ook dames toegelaten. Drie jaar later betrok men de gezelschapszaal van „Het Groot Keizershof’ op ’t Buitenhof en 9 Sept. 1839 werd de eerste vergadering hier in Diligentia gehouden, welke zaal over een tijdperk van zeventig jaar bij vroegere en latere leden van „Oefening” in gebruik is'geweest en gebleven. Na verloop van tijd is het oorspronkelijk letterkransje

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 370