339 Pastoor Brouwers, HET GENOOTSCHAP „OEFENING KWEEKT KENNIS”. P. G. van Schermbeek, met zijn Japansche verhalen. Van Koetsveld, uit zijne novellen Schaepman, Dante en Beatrice. Milton en Vondel. En gaf niet onze Gram menig blijspel voor de tooneel- uitvoering met name „De groote Schootmans”, „Zijn tweede vrouw” enz. en schonk Emants op het gouden feest zelf niet zijne allegorisch-historische vertooning Véleda? Mevr. Lina Schneider over de „Rechten en plichten der vrouw in de moderne maatschappij”, let wel reeds in 1876! En vergeten wij onze Vlaamsche broeders niet: Hendrik Conscience August Snieders Karei Ver- snaeyen Julius Vuylsteke en Jan van Rijswijck. Kwamen eindelijk uit den vreemde niet tot ons: Fastenrath en Marie Seebach, Francois Coppée, André Theuriet, Jean Aicard, Alphonse Schérer, Francisque Sarcey en Jules Verne? En zijn er niet onder u, die zich nog herinneren den genotvollen avond, waarop niet minder dan zeven sprekers het woord voerden over Van Lenneps roman Klaasje Zevenster! Toen verwierf Elliot Boswell de meeste sympathie met zijn geestig vers, waarin hij verklaarde den roman niet te hebben gelezen, maar er toch zijn oordeel over te willen zeggen. Hij vergiste zich zelfs in het ge slacht van Klaasje (als diminutief van Klaas') hetgeen de voorzitter hem deed opmerken maar dit nam niet weg dat hij een aardige satire gaf over ongegronde kritiek. Zulke kritieken komen in onze dagen nog wel voor! Een mensch kan ook niet alles lezen wat hij beoordeelt Alleen bij het noemen van deze achtbare rij van dichters en prozaschrijvers moet het wel u als mij treffen, hoe bij de keuze dier mannen niet werd gevraagd naar verschil van levens- en wereldbeschouwing, van geloofs- of staat kundige belijdenis. Eere aan het bestuur uit die jaren,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 378