340 HET GENOOTSCHAP „OEFENING KWEEKT KENNIS”. dat getrouw aan het beginsel der stichters in vrijheid van denken en spreken het palladium heeft behouden voor het bestaan van „Oefening kweekt Kennis”. Uitnemend werd die gedachte ook op het halve eeuwfeest vertolkt door onzen Boele van Hensbroek in deze dichtregelen, die oorspronkelijk bestemd waren om door Nicolaï op muziek te worden gezet .Waar vrijheid heerscht daar bloeit de kunst! Der Muzen gunst Strooit er met mildheid haar edelste gaven Kunst voegt den vrijen man, nimmer den slaven. Daar schilderen dichters met zangrijke woorden, Daar zingen schilders in kleurige akkoorden, ’t Vogellied klinkt op het snarentuig voort. Daar in de vrijheid Juichen in krachtige, machtige tonen, Moedige zonen Van ’t vrije denken. Van ’t ontketende, heerschende woord. Oefening kweekt KennisX De gouden aureool Glanst om uw slapen; Vrijheid, gelijkheid was ’t krachtig symbool, Vijfmaal tien jaren zijn tooverkracht spreidend, Strijdenden saam naar uw altaar geleidend. Steeds onpartijdig voor landaard of school”. Eene driedaagsche feestviering zou de kroon zetten op het vijftigjarig bestaan van „Oefening”. De zilveren beker het geschenk van W. P. van Stockum in 1858 werd met goud overtogen; een kristallen bloemen vaas op zilveren voet was het geschenk van eenige jonge dames en de buste van Sam Jan van den Bergh werd door zijn zoon tot een aandenken gegeven. Maar deze is sedert spoorloos verdwenen. De buste namelijk. De feestredenaar Beijnen kon, een weinig zwaarmoedig gestemd, intusschen de vrees niet onderdrukken, dat het ons Genootschap zou gaan als weleer het groote Romein-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 379